Worden superhelden ook wel eens ziek?

Maandag kondigde zich de sluimerende pijn aan. Een vijand zo geniepig dat je het pas door hebt dat je het hebt als het te laat is: kiespijn. Niet zo’n beetje kiespijn, maar echt eentje waarvan je denkt: Goddomme, hoeveel pijn kan er op een vierkante centimeter zitten?

             Afijn, maandag  voelde ik nog een lichte drukkende pijn met uitstraling naar de kaak toe. Gelukkig, preventief als ik ben, heb ik meteen een afspraak gemaakt voor de tandarts een dag later. Nou ja, preventief. Die ene hap van het harde Duitse bolletje, gevolgd door mijn oerschreeuw van pijn terwijl ik het Duitse bolletje in de hoek smeet, kon ook wel eens geleid hebben tot het maken van een afspraak.

Tandartsen.  Ik heb er geen hekel aan, maar vrienden zullen het ook nooit worden. Nu zit ik bij een tandartsen praktijk in het Oosten des Lands. En wie krijg ik als tandarts toegewezen. Jawel. Een Duitser. Je zou bijna gaan denken dat er een complot gaande is.

            Wortelkanaal behandeling. Zo pijnlijk als het woord klinkt, zo hels is het ook. Jezus wat een pijn! Ik zie nog die totaal onbewogen Duitse kop boven mij. Zijn mond handig bedekt achter een lapje zodat ik waarschijnlijk zijn satanische grijnzen niet kan zien. En zijn ogen als een vrieskist waar zojuist het laatste stukje biefstuk in kapot gevroren is.

‘Zo Herr Geurtse, wei kaan jetzt uw kies van binnen schoonvijlen.’ Het mwuhahaha, ontbrak er nog aan.

Totaal verdoofd aan mijn linkerzijde van het gezicht, slenterde ik richting mijn auto. Eerst had ik nog de verkeerde auto. Hij leek ook zoveel op de mijne. Die is blauw. Deze was rood. Ja, laat die verdovingen maar aan de tandartsen over. Een beetje high dus kroop ik achter het stuur. Officieel mocht ik niet rijden onder verdoving, maar toen ik vertelde dat ik alleen maar naar mijn vriendin hoefde, was het goed. Mijn vriendin woont overigens zevenenzeventig kilometer verderop. Ze hoeven niet alles te weten. Toch?

Die nacht had ik een behoorlijke koortsstuip. Ik ijlde en bibberde het uit. Ik had het zo koud van de koorts dat ik dicht tegen mijn vriendin aan kroop. Die dacht dat ze een vibrator van een meter negentig tegen zich aan had. Wat haar betreft mag ik vaker koortsstuipen krijgen.

In deze nacht droomde ik de meest bizarre dromen. In eentje was ik een soort van superheld. Niet een hele bijzondere want mijn droom speelde zich af in een soort van gesticht. Super-Lamlendig-man of Super-Fatalistisch-man of iets in die strekking.

Ik vroeg me toen af: worden superhelden ook wel eens ziek? Ik heb nog nooit een film gezien of in een comic gelezen dat Spiderman aan de diarree was. Verkrampt gebogen over de pot bellend met Dr. Octopus dat het geplande gevecht voor vanmiddag wel heel slecht uit komt. De Green Goblin was ook al aan de norit.  Of Superman die een weekje naar Ameland moet omdat hij overwerkt is. En als ze wel eens een griep hebben, wie steekt de Hulk dan een thermometer in de kont? Iemand met een hoge levensverzekering waarschijnlijk. Vragen die ineens in me te boven kwamen. Zou Iron Man wel eens last van roest in de pijp hebben? Batman hondsdol? Je leest er nooit iets over. Hooguit worden ze zwaar gewond of bedolven onder beton of ijs, om er vervolgens weer tien keer zo sterk onder uit te komen.

Ik werd de volgende  ochtend wakker. Bedolven onder een wirwar van lakens. Moedig gooide ik ze van me af om er ook tien keer zo sterk onder uit te komen. Ik liep twee meter en Super-Koortsstuip-man zakte weemoedig in elkaar terug op bed.

Spiderman

3 gedachtes over “Worden superhelden ook wel eens ziek?

Plaats een reactie