Laat maar vallen dan, het komt er toch wel van…

Het stormde afgelopen week flink in Nederland. Code oranje werd afgegeven door het KNMI. Auto’s konden beter de weg niet op. Goed luisterend als wij zijn als Nederlands volkje stonden er grote files met gefrustreerde reizigers. Het had me verbaasd als dit anders was geweest. Het stormt ook in Europa. Rechts rukt op, landen willen uit de EU en ze zit letterlijk klem tussen de hernieuwde koude oorlog tussen Rusland en Amerika.

Leugens worden de nieuwe waarheid en waar kan, laten we ons zonder moeite bang maken. Zelfs in onze eigen verkiezingsstrijd wordt er maar wat geroepen. Ondeugdelijke huisartsen, vermeende terroristen, gaswinning ten koste van een provincie en tot overmaat van ramp ook nog een lek bij de politie. We kunnen wel stellen dat het goed gaat met onze maatschappij.

Zonder dat we het door hebben, glijden we door onze eigen angstneurose steeds verder af naar een niveau welke eng dichtbij de periode komt van, pak hem beet, een 75 jaar geleden.

Wanneer de welvaart slinkt, slinkt ook de humaniteit. Het maakt in dezen ook niet uit of je nu een linkse of een rechtse denker bent. We doen er allemaal doodleuk aan mee. Je denkt bijvoorbeeld goed bezig te zijn voor veel geld te doneren in een tehuis van weeskindjes in een ver weg arm land. Blijkt het gewoon een wassen neus te zijn vol ingehuurde kindjes om zoveel mogelijk geld binnen te harken.

Muren worden gebouwd om alles wat vreemd en eng is te weren. Landen worden geweerd bij onze grote vriend Amerika. Onze andere grote vriend, Rusland, probeert met een psychologische oorlog verdeeldheid in Europa te zaaien. Of is dat wat wij denken? Waarheid of leugen? We weten het zelf al niet meer.

Trump wil meer kernwapens. Liever had hij ze niet, maar zoals grote kinderen betaamd, wil hij er wel meer dan Poetin. Anders is het niet eerlijk. Maar wat maakt het uit? Of je er nu 6800 of 7000 hebt? Laat ze maar eens los. Benieuwd wat er over blijft van ons blauwe bolletje.

Vind het leuk of niet, maar dit is wel de koude koelkast waar we terecht zijn gekomen. Een wereld voor extremen en valse geloven. Franky goes to Hollywood zong er ooit al over. When two tribes go to war, zal iedereen de verliezer zijn.

Belgische wetenschappers hebben onlangs zeven aardse planeten ontdekt. Alle culturen die elkaar het licht in de ogen niet gunnen maar een eigen wereld? Of zouden we dan weer ruzie krijgen wie de grootste bol mag?

Modern times New York (De USA columns)

‘Hey tall boy! Where you’re from?’
Een van de kreten die ik te horen kreeg in de drukke straten van New York. Geluiden die kwamen van heel beschaafde, donkerkleurige mensen met armen als kleine boomstammen en uit een willekeurige gangsta-rap videoclip weggeplukt. Zeer lief kijkend probeerden ze mij tegen te houden.
Ja, daag!
‘I have something for you. Where you are from?’
Not of your business, dacht ik. Ik nam uit beleefdheid maar aan wat ze me gaven, een flyer veronderstelde ik en beende snel door. Dit bleek niet helemaal handig te zijn want vijf grote wannabe 50cts kwamen achter me aan.
‘Yo, yo! Give it back men!’
Give wat back? Ik keek en zag nu pas dat ik geen flyer maar twee cd’s van deze puff daddies in mijn handen had. Dus dat was hun bedoeling! Mij met vijf man aan de praat houden en met lichtelijke dwang wat cd’s aansmeren. Wat een retro rappers. Tegenwoordig is toch alles op usb? Afijn, ik draaide me om, maakte me zo groot mogelijk en gaf netjes de zilveren schijfjes terug. Ik stak drie koppen boven hen uit, dat moest toch intimiderend genoeg zijn? Het lukte. Ze verontschuldigden zich en dropen af. Met een vergenoegzame glimlach draaide ik me om. Die had ik toch mooi even wat Dutch spierballen laten zien. Twee meter verderop knikte een agent vriendelijk naar mij. Dat kon ook wel eens geholpen hebben.
Mijn eerste momenten in ‘The big apple’ begonnen op deze wijze. Wat is het toch een bijzondere stad. Metropool is misschien een beter woord. Een plaats waar alleen de bovenste helft van de vele wolkenkrabbers kunnen genieten van de zon. Een stad waar Central Park als een moedige groene vlek weerstand biedt tegen alle rechthoekige, zilverkleurige bomen. De plek waar je creditcard sneller door het rood trekt dan een ferrari testarossa in de straten van Milaan.
Als New York typerend zou zijn voor de gemiddelde Amerikaan dan kun je met recht zeggen dat Verenigde Staten een krediet verslindende consumptiemaatschappij is. Alles kan, alles mag. Koop nu, betaal later. Eet nu, betaal met je Visa. Zelfs ik werd er in meegesleurd en heb samen met mijn vriendin behoorlijke wilskrachtig moeten zijn om niet te ver in deze achtbaan te schieten.
De keerzijde is dan ook onvermijdelijk wrang. Mensen proberen je op straat cd’s aan te smeren zodat ze wat dollars hebben. Een oud mannetje met een kromgebogen rug staat stoepen te vegen in plaats van dat hij duiven voert op zijn oude dag. Had hij nu maar zijn pensioenpremie betaald en niet dat te dure appartement met dito interieur. Zomaar een voorbeeld, maar pijnlijk waar helaas.
Men leeft op een te grote voet en heeft niet door dat de tijden van overdaad en luxe voorbij zijn. De grote auto’s krioelen als mieren door de straten van New York. Zeker driekwart is op krediet geleased. Ga maar na. Een botsing volstaat dat je tot ver na je pensioen moet doorwerken.
Toch heeft de stad ook iets van een ongekende schoonheid. De trots wappert op elke straathoek met al haar sterren en strepen. Ondanks de grote contrasten tussen arm en rijk zullen zij bij de minste of geringste dreiging als een man opstaan. Ongeacht welke kleur, geslacht of geaardheid zullen zij een vuist vormen. Kom niet aan ons Amerika!
Men is vrijer geworden. Of anders was mijn vooroordeel over het conservatieve denken niet juist. Er kan meer, mag meer. Het lijkt wel alsof ze met een schuin oog naar Europa hebben gekeken en een stukje moderne vrijheid hebben overgenomen.
’s Avonds gingen we naar een musical op Broadway. Het theatertje was minstens honderd jaar oud. We werden netjes door een zeer vrouwelijk overkomende man naar onze plek gewezen. De stoeltjes waar we zaten waren zo ouderwets dat ik vermoed dat Abraham Lincoln er zelf ook ooit op gezeten had. Nog maar te zwijgen hoe krap. Hopelijk had hij geen lange benen want de mijne moest ik bijna in mijn nek leggen. De gordijnen gingen open. Schaars geklede vrouwen en mannen dansten zwoel op het openingsnummer. Halverwege de show kwam er een travestiet ten tonele.
Ik staarde om me heen en bedacht opeens dat dit New York in een notendop was. Het oude, conservatieve theatertje dat statig in de moderne stad stond. Als een Amerikaan die trouw blijft aan zijn wat stoffige, nostalgische normen en waarden. Uiterlijke schijn, want het podium van hun theater klopt net zo ongeremd modern en vrijdenkend als menig ander modern mens.

new-york-13-exterior-night-04

Bron afbeelding: www.mandarinoriental.com