Klapdeurtjes

‘Schat, ik weet écht hoe het werkt hier in London. Het is voor mij al de negende keer of zo.

Mijn vriendin keek mij sceptisch aan met van die twijfelachtige ogen. Haar gezicht verried koppigheid. Fries bloed? Of gewoon zij? Ik kon het beter nu niet aanhalen, hier midden op Victoria Station. In de immense hal krioelde het van British workingclass tot en met verdwaald ogende toeristen. Bij die laatste wilde ik niet horen. Tip: Trek altijd een smoel alsof je het wel weet. Ook al ben je midden in de ghetto beland. Gewoon kijken alsof je dit bewust gekozen hebt. Dat je de broek vol pist van angst hoeft niemand te weten. Dat ruiken hooguit de honden.

‘Zitten we wel goed? We moeten toch de grijze lijn?’

‘Die komt zo. We moeten eerst deze lijn, dan komen we vanzelf bij de stop van de grijze lijn.’

Het was waar wat ik zei. Op een of andere manier voel ik mij in de optische hectiek van London als een vis in het water. Helemaal in de metro. Alsof ik er al jaren woon, hop ik van lijn naar lijn. Het is een heerlijk gevoel!

Mijn vriendin heeft dat ook in zich, alleen moet zij even een paar uurtjes acclimatiseren. Wanneer zij de drukte van de tunnel inloopt, is het als een konijn in de koplampen. Dat zal ze nooit toegeven en ik zal het nooit op het moment van de storm zeggen. Ik kijk wel uit! Dan ben ik de eigenwijze Tukker. Kunnen we niet hebben.

We hopten van metro naar metro en uiteindelijk belandden we op de grijze lijn. De Jubilee line. En in jubelstemming waren we. We hadden met onze rolkoffertjes de ondergrondse van London getrotseerd en overwonnen. Mijn vriendin begon al praatjes te krijgen. Hoe zij toch maar mooi even de weg wist. Ik vroeg haar hoe het dan kwam dat zij als ze het zo goed wist al die tijd, steeds heel dicht achter mij liep? Dat zag ik helemaal verkeerd! Dat was een kwestie van perspectief. Uiteraard.

‘Dus je hield me niet in de gaten?’

‘Natuurlijk niet! Ik ken het systeem óók wel hoor!’

‘Oké,’ dat is dan het enige wat ik als Tukker kon zeggen tegen een Fries.

De metro stopte op Wildensen Green. Ons eindpunt van de reis. Jubilee we mogen er af!

Ik liep al vlot voorop en hield mijn vriendin wat minder in de gaten dan voorheen. Ze wist immers ook hoe het werkte. Dat had ze me herhaalde malen verteld in de metro. Ik liep naar het uitgangspoortje, hield mijn pasje voor de lezer en de klapdeurtjes opende zich voor mij. Ik liep erdoor en vergat dat de deurtjes snel sluiten. Rap trok ik nog aan mijn rolkoffertjes en nog net voor de deurtjes helemaal gesloten waren, kon ik mijn valies erdoor trekken.

De alarmbellen joelden om mijn oren! Hoe kon dit? Ik had het koffertje toch door de klappers gekregen? Het antwoord werd me al snel gegeven. Een poortje naast mij stond mijn vriendin met een heel rood hoofd. Haar rolkoffer zat muurvast tussen de klapdeurtjes.

‘Hoe heb je dit voor elkaar gekregen?’ vroeg ik haar.

‘Ik stond even stil.’

Bij deze reactie was het ook even stil in mijn hoofd.

‘Waarom ga je stil staan tussen de klapdeurtjes?’

Ondertussen probeerde ik uit alle macht het koffertje te bevrijden terwijl de reizigers lachend door de andere poortjes gingen. Je hoorde ze denken.

Toeristen!

‘Jij stond ook stil, dus deed ik dat ook.’

Het klonk bijna alsof het mijn schuld was.

‘Nooit tussen de klapdeurtjes stil staan,’ probeerde ik de alarmbellen te overschreeuwen.

Gelukkig was er een vriendelijke Londenaar die ons hielp. Hij lachte ons weliswaar uit, maar samen met hem kregen wij het koffertje tussen de klapdeurtjes vandaan.

Opgelucht verlieten we het station. Er heerste even een stilte. Een moment van afkoelen. Ik kon het echter niet laten.

Ik keek een keer terloops opzij en zei droog. ‘Toch wel handig dat je de metro zo goed kent. Vooral die klapdeurtjes.

Mijn vriendin keek niet terug. Zei niets. Vanuit de stilte begon ze te lachen.

‘Ja, nou! Die lampjes begonnen bij jou te branden en toen stopte ik.’

‘Nooit stil staan om andermans…uh… lampjes.’

‘Het zijn ook stomme klapdeurtjes! Ze moeten gewoon langer open blijven.’

Ik begon te lachen. Zo kende ik haar.

‘Je hebt ook overal een antwoord op, hè?

We liepen verder naar onze eindbestemming. Onze koffertjes rollend achter ons aan. Eentje ongeschonden en eentje met een gebutste verhaal uit London.

klapdeurtjes-2

24 gedachtes over “Klapdeurtjes

  1. Oh de heerlijk stad Londen. Zo herkenbaar dat jij je daar ook als een vis in het water voelt. Ik houd totaal niet van drukte maar ik weet gewoon dat ik in Londen zou kunnen wonen. Jammer dat die poortjes gemaakt zijn voor forenzen en The Working Class. Toeristen willen de stad beleven en dan moet je zo af en toe even stil staan.

    Ik heb net mijn verhaal voor a.s. zaterdag afgerond, toevallig ook over een ‘blunder’. geloof me die is vele malen genanter dan stilstaan tussen de klapdeurtjes. Het schaamrood schiet me weer naar de kaken!

    Geliked door 1 persoon

  2. In Amsterdam zie ik hoe sommigen de deurtjes opentrappen ….
    Of dat er drie mensen tegelijk door de poortjes glippen.

    Het meest erge vind ik inchecken, door de poortjes lopen en meteen uitchecken.

    Jullie toeristenverhaal is van een eerlijkheid die ik nu nog alleen in Twente en Friesland verwacht.

    Vriendelijke groet,

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie