Bloot met witte stippen

Heel, héél lang geleden. Was ik eens ergens in de twintig.

Een jonge god met woeste donkerblonde lokken en onbestemde blik. Een adonis met goed gevormde gespierde armen en dito torso in een verleidende zwembroek. De zelfverzekerdheid straalde er vanaf. Dertig meter verderop lag ik met een vriendin terwijl ik deze irritante patser voorbij zag wandelen.

We lagen bij een meertje in Oldenzaal. Half in de schaduw van de bomen en half de zonnestralen opvangend op het knusse zandstrandje. Het was warm en derhalve ook druk. Ik staarde een beetje om mij heen in de hoop interessantere mensen te zien dan de door slaolie glimmende patser. Bijna vergetend dat je niet alleen met je ogen maar ook met je oren kunt “zien”, ving ik wat gegiebel vlak voor mij op.

Ik richtte de achter mijn zonnebril verscholen ogen op een jong stelletje vlak voor mij. Prille liefde in blauw gestippelde bikini en een groene bermuda. Het stelletje voor mij was niet veel ouder dan achttien jaar. De onschuld droop er nog van af. Ik moest glimlachen. Het was best wel grappig en vertederend tegelijk om te zien. Hij deed zijn best om als een grote vent over te komen en zij probeerde heel serieus en volwassen te kijken. Een mooie schijnvertoning, want zodra beide zich omdraaiden, had hij een heel onzekere blik in zijn ogen en zocht bij alles en iedereen op het strand bevestiging. Zij werd rood en begon te giechelen alsof ze bij een jongensbandje stond te kijken.

Naast mij vroeg de vriendin met wie ik was of ik het goed vond dat ze even topless ging.

‘Ja hoor, ga je gang maar.’ Op een gegeven moment heb je op vakanties wel zoveel half naakte lijven gezien, dat je er weinig moeite mee krijgt. Mijn vriendin ontdeed zich van haar bovenstukje en vleide zich neer op haar rug om mooi egaal bruin te worden.

Voor mij was het jonge stel net weer in een gesprek belandt.

‘In Spanje ga ik ook altijd topless, vind je het erg als ik ook…’

De jongen zijn ogen spraken schrik, opwinding en vertwijfeling uit, maar zoals het zo vaak gaat in de pubertijd, zegt de mond iets anders dan de hersens denken.

‘Natuurlijk! Geen probleem.’ Er volgde een stoere lach. Nou ja, de lach had stoer moeten klinken maar kwam er meer uit alsof hij zojuist de baard in de keel gekregen had.

‘Oké,’ giechelde ze. Toen stopte ze plots  en vormde een soort van volwassen glimlach op haar gezicht. Vervolgens ontdeed zij zich ietwat onhandig van haar blauwe stippel bovenstuk. Ze zette haar zonnebril op en ook zij vleide zich op haar rug.

De jongen naast haar leunde, net als ik, op zijn onderarmen op zijn handdoek en staarde de omgeving af. Zijn omgeving werd binnen de minuut gereduceerd tot slechts een half metertje. Als een magneet draaide zijn hoofd steeds weer naar rechts waar zijn vriendin lag. Hij vocht er tegen, maar op een of andere manier had de zwaartekracht grip op hem gekregen en duwde zijn gezicht weer naar rechts. Zijn ogen afdwalend van haar gezicht naar daar waar de blauw met witte stippels veranderd waren in zachtroze met twee lichtbruine stippen.

Inwendig moest ik lachen. Ooit was ik zo geweest. Een onzekere puber die bij god niet wist hoe hij de zaken aan moest pakken. Hoe vaak zou deze jongen al een vriendinnetje hebben gehad? En hoe weinig had hij meisjes van zo dichtbij zo bloot gezien? Niet vaak, wedde ik met mezelf.

Zweetdruppeltjes begonnen van zijn slapen naar beneden te parelen. Dat kwam niet van de warmte. Terwijl zijn vriendin heerlijk lag te zonnebaden, begon hij steeds meer te worstelen met het niet proberen te kijken. Hij zat ergens mee en kon er geen controle over krijgen.

Hij keek naar links, daarna vluchtig naar achteren. Onze blikken ontmoetten elkaar kortstondig, maar ik had niet het idee dat hij mij zag. Hij keek naar rechts en onmiddellijk ging zijn blik als vanzelf weer naar die twee lichtroze verleidingen. Snel draaide hij zijn rood wordende hoofd bij. Langzaam. Zo onopvallend mogelijk, draaide hij zich op zijn zij. Uiteraard in zo’n stoer mogelijke pose. Zijn vriendin keek even op en hij perste er een macho glimlach uit. De jongen wilde deze strijd nog niet gewonnen geven. Hij was een man! Die hebben alles in de greep. Dus hij ook.

Zijn vriendin ging weer verder met zonnebaden. Hij verder met worstelen van zijn hormonale gevoelens. Dat was nu wel overduidelijk. Wederom probeerde hij zo nonchalant mogelijk om zich heen te kijken. Hij faalde met vlag en wimpel. Er was geen houden meer aan en zelfs voordat ik er erg in had, ging hij op zijn buik liggen.

Ik kon een kleine lach niet onderdrukken. Hij keek op en vluchtig draaide ik mijn hoofd weg. Quasi onschuldig kijkend naar een boom.

De jongen probeerde signalen naar zijn vriendin te sturen met wat spastische bewegingen en telekinese. Niets. Zij bleef liggen en genieten van de zonnestralen op haar huid.

‘Pssst!’

Niets.

‘Lievie.’

Eindelijk. Hij had haar aandacht.

‘Wat is er Ekkiepekkie?’

Ekkiepekkie?

De jongen fluisterde haar wat toe. Ondertussen hoefde ik geen ziener meer te zijn om te weten waar dat over ging. Zij echter nog wel. Ze keek hem niet begrijpend aan.

De jongen begon alsmaar ongelukkiger te kijken. Hij had de strijd van het man zijn verloren. Deze slag was voor de pubertijd en toch nog een jongen zijn. Hij moest kleur bekennen. In zijn geval schaamrood. Weer fluisterde hij haar wat toe en wees toen beschamend naar zijn groene bermuda.

‘Owwwww,’ zei zijn vriendin iets te luid naar hem toe, waardoor hij naar donkerrood verschoot.

‘Ja,’ prevelde hij er beteuterd uit.

Heel even leek ze na te denken. Wat zou er door haar heen gaan? Schaamte? Schrik dat haar vriendje zichtbaar, tussen de menigte, opgewonden van haar werd? Nee. Ze begon trots te glimlachen. Iemand was heel erg aangetrokken tot haar lichaam. Dat was het grootste compliment dat je haar op haar onzekere leeftijd kon geven.

‘Tuurlijk wil ik dat,’ zei ze lief tegen hem. Ze wist dat ze nu veel volwassener overkwam dan haar vriendje. Nog een winst. Met grote zelfvertrouwen pakte ze haar bovenstukje en algauw was alles weer blauw met witte stippen.

De jongen haalde opgelucht adem. Nog even een minuut of vijf op de buik blijven liggen, veel denken aan hondenpoep en het groeiende probleem zo snel weer inkrimpen. Hem de vrijheid weer geven om de grote man te spelen.

 

‘De lucht is mooi blauw vandaag,’ hoorde ik mijn vriendin naast mij zeggen.

‘Ja,’ antwoorde ik. ‘Blauw met witte stippen.’

Blauw met witte stippen

35 gedachtes over “Bloot met witte stippen

Plaats een reactie