Nicotine doordrenkte eenzaamheid

‘Wat is dat gezond!’

De oude vrouw tikte met haar vinger op een van mijn drie bakken kwark terwijl ik deze op de lopende band legde.

‘Dit niet.’

Mijn cashewnoten kwamen niet door de schifting van gezond. Ik glimlachte en wees triomfantelijk op de tekst.

‘Maar wel ongezouten.’

De vrouw mompelde wat. Nu viel het me pas op dat ze een intense sigaretten rooklucht om zich heen droeg. Vooral uit haar rood met zwarte, gebreide vestje leek de lucht niet te kunnen ontsnappen.

‘Tegenwoordig mag toch niets meer. Alles moet gezond.’

Ze keek een beetje knorrig voor zich uit. Ze had een Groninger metworst op de band liggen. Ik besloot haar een hart onder de riem te steken.

‘Een harde worst is ook wel lekker op zijn tijd hoor.’

‘Zelfs een borreltje mag al niet meer.’

‘Ach, zo af en toe.’

‘Nee, ik mag niet meer van de dokter.’

Het gesprekje dat ik als een vluchtige conversatie had beschouwd, kreeg plots een andere dimensie.

‘Ik heb een epilepsie aanval gehad en de dokter zei dat dit zonder alcohol niet gebeurd was, maar ja, wie zegt dat het zo is?’

‘Ja, dat weet ik ook niet.’

Haar neus stak paarsig dik af, haar ogen keken troebel. Het vrouwtje was aanwezig, maar ook niet. Hier stond iemand met een groter probleem dan af en toe een borreltje.

‘Daarna moest ik naar het ziekenhuis. In Nordhorn, Duitsland, doe ik nooit weer!’

Gezien haar geringe postuur en fragiele uiterlijk nam ik maar aan dat deze woorden grootspraak waren. Mensen om ons heen keken af en toe op. Iedereen dacht er het zijne van. Ik dacht even niets.

‘Ze spraken niet eens Duits! Alleen maar Irakees en Pools. Daar kan ik toch niets mee?’

‘Nee, dat is lastig inderdaad.’

‘Doe ik nooit weer.’

Ik knikte.

De vrouw zweeg, de rooklucht niet. Iedereen leek het te kunnen ruiken. Nicotine had de alcohol tijdelijk vervangen. Niet voor altijd wanneer ik haar zo bekeek. Ik wilde dat ik het anders kon zeggen.

‘Vier weken ben ik er vanaf.’

‘Dat is een goede start.’

‘Het moet van de dokter.’

‘Dan zal het wel goed voor u zijn.’

‘Ja, wat moet ik anders?’

Negeren of afkappen was nu geen optie. Dit was het minste wat ik kon doen. Het oude vrouwtje rekende af en vertrok uit de winkel zonder een tot ziens of bedankt. Een aantal seconden later trok de rooklucht weg.

Eenzaamheid in een volle supermarkt. Het moest niet eens van de dokter.

alcohol