Planking voor de kop? Protein!

Ik plank tegenwoordig. Je doet wat? Planken. Nee, ik timmer geen wiebelig kastje in elkaar waarbij ik altijd meer pleisters dan spijkers gebruik. De planking challenge. Als een plank op je onderarmen en tenen leunend zo lang mogelijk blijven staan. Drie minuten is het einddoel en ik verzeker je: het is de hel! Daarbij doe ik, midlife crisisend als ik ben, ook nog de ab en push-up challenge. Ik ben dol op sm.

Kortom, elke avond lig ik me twintig minuten volledig in de knoop met mezelf af te beulen voor een goddelijk lichaam. Als je het maar vaak genoeg zegt, zie je er vanzelf wel zo uit.

Bewust van lichaam en geest als ik ben, ahum, kijk ik natuurlijk ook naar voeding. Zie daar, ik heb de nieuwe superfood ontdekt! Proteïne. Of zoals de sporters het liever noemen: protein of whey! Want dat bekt wat gespierder, vermoed ik. Nu begrijp ik best wel dat wanneer je een flinke bodybuilder of topsporter bent een beetje extra eiwitten geen overbodige luxe is. Dan neem je dat erbij na een intensieve prestatie en je spieren herstellen wat sneller.

De marketing dacht dit ook en zie daar de protein hype! De eiwitten vliegen me opeens letterlijk om de oren! Loop ik in de supermarkt te zoeken naar wat kwark, wordt met nog niet neonverlichte pijlen naar die ene bak gewezen waar met schitterende, zilverkleurige letters Protein op pronkt. Aanbevolen door Epke Zonderland. Laten we wel wezen, wie wil er niet zulke armen als Epke. Dus ik zo’n bak superkwark meenemen, vlug naar huis, zo’n halve bak leeg gelepeld en meteen in de plank. Hij Staat! Hij staat! Het is ongekend! Michiel Zonderland… zakte na een minuut door zijn hoeven. De protein als een betonblok in zijn maag. Voor de spiegel werd m’n wasbord er ook niet veel beter op.

Dat hadden whey niet verwacht, zou Maxima zeggen. Het is wel precies mijn punt. Hoe bewust we ook al dan niet met ons sportieve lijf omgaan, we ontkomen niet aan onze hypegevoeligheid. Op de digitale media zie ik de één een nog grotere pot eiwitten gebruiken dan de ander. Terwijl je het feitelijk best goed af kunt met eieren, rundvlees, peulen en nog veel meer ‘superfood’. Toch doen we het en ik doe net zo hard mee. De social media zijn meedogenloos als het aankomt op de hypegevoeligheid en de marketing weet dit maar al te goed.

Gisteren heb ik een superplank van wel 1 minuut 40 gedaan. Ik weet dat dit komt door het dagelijks blijven doen en opbouwen… en toch zegt een stemmetje ergens in me: Protein! en ik neem nog maar een hap kwark.

kwark

Hardloopbroekendag!

De lente kijkt af en toe al voorzichtig om de hoek en meteen zie je ze langzaam maar zeker aarzelend tevoorschijn komen. Krokussen? Nee, rokjes. Het woord rokjesdag komt weer in ieders mond. Nou ja voornamelijk bij mannen dan.

Vandaag is weer zo’n voorzichtige lentedag. Reikhalzend kijk ik uit naar die witte, vers geschoren benen onder leuke hippe rokjes. Als een popelend kind sta ik voor mijn raam te gluren naar al wat voorbij komt. Alsof ik een kind was voor de Bart Smit etalage.

Niets. Geen enkel spannend opwaaiend rokje. Mijn vriendin zit in een verhuizing. Zij loopt in bouwvakkersbroek, de buurvrouwen zijn te grijs voor rokjes en ons team op mijn werk hebben ze sowieso allemaal de broek aan.

Hardloopbroeken. Veel vrouwen, solo of in groepen in hardloopbroeken. Waar ik ook kijk. Ze steken elkaar aan. Meiden die graag fit en gezond willen zijn. Moeders met wat vrije tijd die fanatiek hun figuur van weleer proberen terug te winnen. Met als resultaat dat hun bierbuikman ook wel moet. Te veel strakke mannen bij de fitness voor hun jaloerse gevoel.

De lente komt en de hardloopfoto’s vliegen me op de sociale media om de oren! Al scrollend zie ik de ene hippe dame na de andere. Gekleed in strakke legging en dito hemd of shirt. Noodgedwongen kijk ik er naar en af en toe like ik wat. Wat een straf.

Heel vrouwelijk Nederland lijkt aan het hardlopen geslagen. Houdt  angstvallig hun voeding in de gaten en de man op zijn beurt zijn vrouw. Nederland vergrijst zegt men. Niet waar. Nederland verjongt juist! Dankzij de dames uit ons kikkerlandje! Fitter en met meer conditie dan ooit zie je vrouwen van alle leeftijden hardlopen. Geweldig! Niet alleen voor het oog, maar zeker ook voor de energie die je er van krijgt.

Gisteren ging ik zelf even hardlopen. Ik kwam een aantal hardlopende dames tegen en groette ze. Ik draaide me stiekem nog even om en zag de resultaten van sport gevormd in een hardloopbroek. Een grote voldane grijns kwam op mijn gezicht terwijl ik mijn eigen bierbuik plat rende.

Rokjesdag? Nee. Hardloopbroekendag!

hardloopbroekendag

Bewaren

United States of leggings (De USA columns)

Je hebt grote billen, kleine billen, stoere billen, giga billen, ingevallen billen, onderbroekloze billen, hamlappen en nog veel meer pluimage dat vrij rond loopt in de straten van Amerika.
Wanneer je nu denkt: heeft hij alleen maar lopen loeren naar achtersten daarginds? Ja, dat klopt. Het is niet te vermijden. Nog nooit zag ik zoveel yogabroeken, leggings en hardloopbroeken voorbij komen, dan in New York en omstreken. Ik liet me vertellen dat het een soort van rage was. Nog niet eens om sexy te zijn. Neen. Om te laten zien hoe sportief ze zijn of beter: zouden willen zijn.
Moeders die op de vroege ochtend hun grote auto parkeren bij de Kindergarten er dan met hun te strakke broek uit klauteren, want groot zijn ze niet, om vervolgens al paraderend hun kroost te droppen op school. Uiteraard dragen ze er ook een paar dure sportschoenen bij. Het gezicht laat een vorm van ik-moet-nog-even-sporten-stress zien. De werkelijkheid is anders.
Zodra ze met hun kleine beentjes de wagen ingerold zijn, spurten ze weg. Groeten ze nog even naar de andere moeders met een blik van: ik ga nu even sporten. De andere moeders antwoorden dit met een wij-ook-zo-zwaai. Typisch.
Niemand, maar dan ook niemand van deze moeders vraagt zich af waarom ze elkaar dan nooit tegenkomen tijdens het sporten. Omdat ze niet gaan!
Achtervolgen wij in gedachten de klautermoeder met de kleine beentjes in de giga pick-up truck. Eerste stoplichten rechtsaf richting sportschool, tweede stoplichten linksaf richting Dunkin Donuts. Voor wie niet weet wat een Dunkin Donuts is. Dit is een drive-inn McDonalds achtige keten waar louter donuts en koffie verkocht worden. Ze staan er voor in de rij!
Tig moeders, maar ook andere soorten dames staan met hun grote auto’s pakjes roomboter met cafeïne bommen te bestellen. Allemaal in een legging. Niks sporten. Alsof ze het afgesproken hebben doen ze ook net alsof ze elkaar niet zien. Dan hoef je ook niets uit te leggen. Of ze doen net als ze al gesport hebben. Er smaakt ook niets beter dan een dikke vette donut als je net een workout hebt gehad. Eigenlijk is het best wel knap dat de meeste vrouwen er best wel gestroomlijnd uitzien ondanks alle schijnvertoningen.
Het meest komische vond plaats op de parkeerplaats bij een natuurpark waar we naar toe gingen voor een boswandeling. Het was er druk en er liepen tig mensen rond. Zich gereed aan het maken voor een wandeling of iets sportiefs zoals mountainbiken of hardlopen. In bijna elke auto zat wel een leggingvrouwtje. Je kon haast niet zien wie er nu echt sportief was en wie niet. Of eigenlijk ook wel. De échte sportievelingen sprongen vlot uit hun auto en maakten zich gereed terwijl de klautervrouwtjes nog steeds bungelden tussen de afstap en de grond.
Eenmaal geland, gingen zij op hun dure schoenen vol goede moed het bos in. Het gezicht wederom op standje Olympisch kandidate. Wij sjokten er op ons Hollands achteraan met een blik van: kijken wat het wordt. Het werd helemaal niks. Bloedfanatiek spurten er links en rechts van ons wat dames (en ook heren) de steile heuvel op. Vijftien meter verder kon je zien dat de Dunkin Donut begon te werken. Twintig meter verder was de donut al veranderd in gewapend beton. Om ons heen zagen we de naar adem happende schijnatleten. Als jonge vogeltjes die om voer vroegen. Wij deden wat we het beste konden. Schouders ophalen en voortsjokken. Ik heb nog nooit zoveel aangeschoten wild in een bos gezien.
Terug in de stad vliegen de leggings mij weer om de oren. Ergens is het wel een soort van sport. Ze hebben er een sport van gemaakt om er sportief uit te zien. Maar ja, wie houden ze nu eigenlijk voor de gek? Ik denk er het mijne van en terwijl de strakke broeken mij voorbij lopen heb ik er ook opeens een nieuwe straatsport bij: klautervrouw of sportieve vrouw?

all_over_stars_2

Van Rusland met…

Met verbijstering zag ik van de week een programma op TV. Nederlandse mannen die Russische vrouwen voor zich probeerden te winnen op het gebied van de liefde. Wat er eigenlijk gebeurde, is dat er een stel lompe kerels op hun onbehouwen manier een lekker wijf probeerde te scoren die ook nog eens goed in de keuken was. Dat ze zelf niet de knappe prins op het witte paard waren, was bij hen totaal niet doorgedrongen. Über mannetjes ten top.
Gelukkig was niet het gehele programma gevuld met uit de middeleeuwen stammende bierbuiken, maar ja, deze vielen wel het meeste op. Het zal wel goed voor de kijkcijfers zijn.
Ik probeerde mij in te beelden wat dit type man nu dreef om het in Rusland te zoeken. Het antwoord van die onbeholpen kerels moge duidelijk zijn: lekker ding voor weinig geld en ook nog eens seks gratis en voor niets.
Ergens moesten ze het toch ook ooit in de streek geprobeerd hebben? Laten we eerlijk zijn. Het grote vooroordeel van Russische datingsites is: mocht je het in Nederland niet lukken dan kun je altijd nog daar een mooie dame daar scoren. Ze willen dolgraag naar Nederland toe, zijn gek op huishouden en ze pretenderen dat in hun land niet genoeg mannen zijn. Verder vinden ze mannen in Nederland zeer hoffelijk, democratisch, welopgevoed en romantisch. Mooi. Dan komt er een programma dat een blik mannen open trekt verre van boven geschetste ideaalbeeld en laat die vervolgens los op deze Russische datingdames. Dan bedenk ik me dat er buiten het programma om, uitzonderingen daargelaten, anoniem nog meer van dit type kerel zich op de Russische jachtvelden begeeft.
Afijn, waar ging het mis in eigen land? Schuchter? Muurbloem? Geen prater? Het kan allemaal. Kerels die ergens in een hoekje in de disco of café staan. Schichtig om zich heen kijkend. Ze lachen mee als een van de populaire vrienden een aantal meiden aan het giechelen brengt. Ze willen zelf wel een grap vertellen, maar ergens bij hun keelholte blijven de woorden steken. Dan maar gauw een slokje bier. Stiekem kijken naar een of andere idioot die danst met een veel te mooie dame. Had hij haar maar, dan was ze beter af, hoor je ze denken. Deze mannen kunnen een hart van goud hebben, alleen komt het er verbaal niet uit. Als je zelfbeeld dan ook niet top is, is het gewoon lastig. Deze kerels zijn vaak schatten van mannen en je gunt ze het beste. In welke taal dan ook.
Het kan ook zijn dat hun beeld iets idealistischer is dan de werkelijkheid. Te veel zelfoverschatting. Foute openingszinnen. Vrouwen zien als seks- en kookvoer. Ze niet kunnen zien als gelijkwaardig of intelligent, want dat is bedreigend. Denken dat je zelf héél knap bent en dan gokken op de hoofdprijs. Dat je dan telkens weer een blauwtje loopt, wordt dan afgedaan als: “Ach, hoe slim is ze nou, als ze mij laat schieten? Dom wijf.” Dat hij een gigantische bord voor zijn kop heeft, ontgaat hem totaal. Kop te klein, bord voor zijn ogen geschoven.
Ja, het is schrikken, maar dit soort mannen bestaan ook. Zij gaan uiteindelijk ook naar het buitenland, omdat het daar ‘gemakkelijker’ is een mooie vrouw te scoren. Het erge is, het lukt ze dan ook nog. Hoelang dan zo’n gekochte relatie duurt, laat ik even in het midden, maar ik durf te wedden dat ook de knappe Russische vrouw intelligent genoeg is om onze narcistische man net zolang te gebruiken totdat ze heeft wat ze wil hebben: die ene muurbloem uit de disco met een hart van goud.

rusvrouw4

 

Bron afbeelding:  quotenet.nl

Volg de kniekousen

Mijn allereerste hardloop wedstrijd, zoals zoveel eerste dingen: zal ik nooit vergeten. Het was een veldloop van negen kilometer. Toendertijd stond dat voor mij gelijk aan een halve marathon. Nooit eerder had ik verder gelopen dan vijf kilometer. De reden voor deze bijna verdubbeling? Heel simpel. We gingen met een groepje samen naar de veldloop en allen deden ze negen of twaalf kilometer. De zes kilometer, die ik aanvankelijk wilde, was zeer vroeg op het programma. Dit zou betekenen dat we alleen voor mij heel vroeg op pad moesten. Het deel: “alleen voor mij”, werd nog eens extra benadrukt. Voeg daarbij toe een flink aantal dwingende blikken en Michiel durfde niet meer nee te zeggen. Eigenlijk was het ook wel een mooi moment op eindelijk eens over de drempel te gaan en meer kilometers te gaan lopen.

‘Hoeveel keer heb jij de negen gelopen als training?’ vroeg iemand mij onderweg in de bus.

‘Nul,’ zei ik zeer serieus.

‘Nul? Meer kilometers gelopen?’

‘Nee. Alleen maar vijf en korter.’ Bewust hield ik mijn gezicht in plooi. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was.

De beste man staarde verbaasd mij aan. Ik voelde hoe hij mij aftastte of ik nu een grapje maakte of niet, maar mijn gezicht bleef op mijn zakelijkste manier staan. Misschien kwam ik straks kruipend over de finish aan, had ik in elk geval mijn lolletje al gehad.

De man schudde een keer zijn hoofd.

‘Doe dan maar kalm aan.’

Dat was ik ook van plan, maar tegelijkertijd kende ik mezelf. Als het op sport aankomt, ben ik bloedfanatiek en ga tot het uiterste. Ik wist dat ik heel goed naar mijn lichaam moest luisteren. Negen kilometer lijkt misschien weinig, maar je bent zo als amateur vijvenveertig minuten tot een uur onderweg. Dan moet je niet na vijf kilometer al totaal gesloopt zijn.

Nu moet ik nog een kleine bekentenis doen. Ten tijde van mijn eerste veldloop wedstrijd, was ik nog vrijgezel. Ik was niet echt zoekend of wat dan ook, maar had uiteraard wel oog voor het andere geslacht. Voordeel van sommige sporten is dat je precies weet wat voor vlees je in de kuip hebt en hardlopen is daar zeker weten een uitstekend voorbeeld van. De term: “Happy Single” heb ik nooit begrepen, maar toen ik tussen een groepje vrouwelijke hardlopers stond, begon ik het ineens te snappen.

Genoeg over hormonen. Voorlopig. De wedstrijd. Samen met mijn hardloopcollega’s stapte ik de bus uit en probeerde zo ervaren als mogelijk over te komen. Jammer genoeg lukte dat niet helemaal in mijn Action-hardloopbroek waarbij de rek al behoorlijk uit het elastiek was en Aldi hardloopschoenen. Tja… Happy maar ook arme Single. We togen naar de sportvelden waar de kleedkamers waren om ons voor te bereiden. Nog even en dan moest ik er aan geloven.

De negen kilometer was goed vertegenwoordigd. Een flinke groep lopers stond als legbatterijkippen klaar in het met linten afgezette veld. De een zenuwachtig springend, de andere stoïcijns voor zich uitkijkend en ik domme grapjes maken. Ik maak altijd domme grapjes als ik gespannen ben. Mijn vrienden denken wel eens dat ik de hele dag gespannen ben, maar die hebben gewoon geen gevoel voor goede grappen.

Het startschot klonk, de groep kwam in beweging. Daar gingen we. Mijn allereerste negen. Ik liep maar met de meute mee. Geen idee hoe ik een constant tempo moest lopen of hoe je met de handrem op moest rennen. Ik deed maar wat. Naarmate de eerste kilometers voorbij gingen, was de grote kluit lopers verworden in een lange sliert van verschillende groepjes. Ik liep ergens in een van de groepjes achterin, maar niet bij de allerlaatste! Ik kwam langs een klok met daarop de vijf kilometer tijd. Het was nog niet eens zo slecht! Een hardloop collega, die later op de twaalf in actie zou komen, zag mij. Hij applaudisseerde en moedigde mij aan. Ik ving ook wat op in het voorbij gaan:

‘Hij heeft nog nooit zo ver gelopen, dit houdt hij niet vol.’

Dit was koren op de molen. Zeg nooit tegen mij dat ik iets niet volhoud! Ergens diep in mij wist ik een versnelling te vinden. Ik zou hem laten zien wat ik wel of niet kon! Als een jonge hert liep ik alsmaar harder. Ik laveerde van groep naar groep. In mijn verbeelding zag ik mijn naam steeds hoger op de ranglijst staan. Het triomfantelijke gevoel begon te haperen naar ongeveer een kilometer. Daarna raakte de benzine op. De benen liepen vol en werden zwaarder. Hardlopers die ik even daarvoor nog had ingehaald, liepen mij net zo vrolijk weer voorbij. Weg jonge hert. Ik voelde me op eens meer een oude verroeste bok. Nog maar drie kilometer ze gaan, maar hoe kwam ik die in godsnaam door?

Mijn mond was vol open, mijn ogen staarden in het niets. Mijn hele lichaam voelde gevoelloos zwaar aan. Een stemmetje in mijn hoofd probeerde mij over te halen om te wandelen.

In nog geen duizend jaar!

Geen optie. Het zou alles of niks worden. Opeens vingen mijn vermoeide ogen iets op. Niet zo heel ver voor mij doemde er wat op. Iets roze met zwarts en daaronder iets hoog wits. Een ander onbewust systeem werd aangezwengeld. Mijn ogen werden ineens weer scherp en zagen voor mij een hardloopster met hoge kniekousen en hotpants. Deze combinatie was als een emmer ijswater. Plots werd mijn hoofd weer helder. Ergens in mij werd er een extra energiebron aangeboord. Mijn benen kregen weer de geest en mijn onderbewuste ik, wilde plots niet meer wandelen.

Volg die vrouw!

Ik spoorde mijzelf aan en zette de achtervolging in. Volg de kniekousen! Ergens was ik verbaasd over mijn eigen. Zo totaal lichamelijk vermoeid en tegelijkertijd een onder hormonen bedolven onderbewuste ik. De vrouw in de kniekousen kwam naderbij. Ze stelde me niet teleur. Van dichtbij was het goed te zien dat alles als gegoten zat. Strak in het pak zouden we zeggen.

Mensen aan de zijkant begonnen mij aan te moedigden. Niet wetend wat mijn plotselinge drijfveer was. Zij zagen een vent die op goedkope schoenen opeens enorm versnelde. Voor dat ik er erg in had, waren de drie kilometer bijna voorbij. Mijn motivatie in hotpants liep een metertje voor mijn grote glimlach op lange benen. Toch kon ik het niet laten. Met een laatste krachtsinspanning, heb ik haar op de laatste tientallen meters ingehaald. Voor mijn gevoel liep ik haar voorbij als een stoere atleet. Ik vrees dat het in werkelijkheid het er uit zag als een opa die zijn looprek zocht. Met veel bravoure gefinisht in een tijd van achtenveertig minuten en in een tijd van drie seconden stortte ik in.

Ik lag languit in het gras. Mijn borstkast ging als een bezetene op en neer en mijn adem klonk als een raspende grasmaaier. Mijn collega van langs de kant, kwam op me af en feliciteerde mij. Ik kon nog net mijn arm omhoog krijgen. Hij moest toegeven dat hij dit niet verwacht had voor een eerste keer. Ik ook niet, bekende ik eerlijk. Ik kwam iets overeind en nog eenmaal zag ik haar. De knappe vrouw met de witte kniekousen. Ik glimlachte en inwendig bedankte ik haar. Hardlopen. Wat is het toch een sexy sport!

kniekousen1

Bron Afbeelding: RunningLau

 

Schaamlip je niet?

Het was een mooie warme dag in Spanje. Wat daar wel eens vaker wil voorkomen.  We waren daar een tijdje geleden op vakantie en onderweg naar het strand.  Op teenslippers. Er liep een weg langs het strand en het was daar een drukte van belang. Auto’s, scooters, veel wandelaars en een verdwaalde ezel volgehangen met typisch Spaanse terracotta pruttel. Of zoals mijn vriendin het noemde: mooie schaaltjes, altijd handig. Pruttel dus.

De stranden bij Barcelona hebben een indeling. Niemand let hierop. Niemand zal het zien en toch zal iedereen onbewust zich houden aan deze onbeschreven logica. Het strand is in principe in drie vakken in te delen. Allereerste heb je het jeugddeel. Opgeschoten tieners, van twaalf tot pak ‘m beet zestien/zeventien jaar, lopen hier rond te stuiteren. Dit is ook meteen het strand waar de meeste ongelukken gebeuren. Jongens die indruk willen maken op de meisjes op de meest stupide manieren. Bijvoorbeeld door met een snorkel op, van een te hoog rotsblok te duiken. Of een tienermeisje, vaak van Britse afkomst, dat half dronken haar roes uitslaapt en dan totaal verbrand. Als je die voorbij zag struinen, dan gaven ze nog net geen licht.

Dan heb je de categorie: familiestrand. Kinderen onder de twaalf, vaders, moeders, ooms, tantes, oma’s, verdwaalde luiers, alles kom je daar tegen. Een soort Ponypark op het strand zeg maar. Op zich was dit deel goed te doen op het strand, zolang je maar voorkomt dat je naast een groot gezin terecht kwam. Dat is vragen om zand op je handdoek en rond stuiterende ballen en andere projectielen.

Als laatste heb je het vak: Jongeren, dan wel hipsters en trendy mensen. Alles ouder dan achttien en hoofdzakelijk kinderloos en of nog vrijgezel. Gezien worden is hier wel de stelregel.  Er liep hier dan ook van allerlei ijdels rond.

Wij kozen onbewust voor deze categorie strand. Tussen de moderne jongelui en dandy ouwelui. Niet dat we ons zo hip voelden. Maar toch nog wel “young and happening” genoeg.  Ik strompelde met mijn blarende voeten het strand op.  Klote teenslippers! en zocht een mooi plekje op voor mijn vriendin en mezelf. Ergens dicht bij het water was nog wat ruimte. Ik wees haar het gevonden plekje aan en zij snelde er naar toe, ik hobbelde achter haar aan, gooide mijn rugtas neer, spreidde mijn handdoek en plofte neer.

We lagen beide heerlijk te genieten van de zon en een boekje. We hadden zojuist even gezwommen in de zee en nu was het tijd voor een poging om bruin te worden. Hopelijk niet rood. Dan zouden ze misschien nog gaan denken dat ik een Britse toerist was. Dat is niet hip natuurlijk. Rood is verre van trendy.

Ik deed mijn ska hoedje op en zette mijn donker beglaasde zonnebril om en vleide mij op mijn buik. Het grote voordeel van een donkere zonnebril, dit zal geen geheim zijn voor de meeste mannen, is dat je zo heerlijk schaamteloos om je heen kan kijken. Voor de buitenwereld lijkt het alsof je naar één punt staart of slaapt, maar ondertussen loer je alle kanten op. Als een radar die naar vliegtuigen speurt. Het enige dat je kan verraden is je gezicht. Het vereist ook enige training en ervaring om dit in plooi te houden, maar dan heb je ook wat. Bij deze wil ik meteen mijn excuus aanbieden aan de mannen waarvan hun vrouw nog niet van dit geheim af wist.

Afijn, ik draaide me om en loerde heerlijk in het rond. Mijn vriendin, die dwars door mijn bril heen kijkt, keek een keer op en glimlachte. Ik voelde haar lichaamstaal: “Mannen!” Voor mij was er op eens beweging. In mijn blikveld verschenen drie paar bruine voeten en dito benen. Vanboven klonk het Spaans koeterwaals. Ik richtte mijn hoofd iets op en zag drie jongedames in hippe bikini’s. Ze leken qua kleur op elkaar te zijn afgestemd. Elk setje had iets had iets roods in zich. En ik maar denken dat rood niet hip was. Mis dus. De dames waren duidelijk van het type: kijk mij eens mooi en modern zijn en ik moet toegeven, ik heb wel eens minder mooie meiden gezien. Toen gebeurde er iets wat misschien wel elke mans fantasie is op een strand.

Een meter voor mij spreidden de dames hun handdoeken uit en ontdeden zich van hun bovenstukje. Ik zag dit alles met een grote grijns toe. Druk kwebbelend gingen ze liggen met de voeten naar mij toe. Mij het uitzicht geven op hun goed gevormde billen. Mijn grijns kwam bijna tot aan mijn oren. Een tijdschrift plofte op mijn hoofd.

‘Is het mooi?’

De woorden kwamen er nog niet eens kwaadaardig uit. Ik kon wel schijnheilig nee zeggen, maar ik heb een hekel aan dit type mens. Bovendien kijkt mijn vriendin niet alleen dwars door mijn zonnebril.

‘Ja, ‘ zei ik droog terug. ‘Live Nivea reclame.’

Mijn vriendin glimlachte en een plagerig afkeurend geluid ontsnapte over haar lippen. Ze dook weer in haar tijdschrift en ik in de rode design bikini’s. Zij waren elkaar ondertussen aan het insmeren. Ik lieg dit niet! Een meter voor mijn neus zaten drie bekoorlijke dames hun bruine lijven met witte kokosgeparfumeerde zonnebrandolie te bewerken. Alsof ik in een videoclip van een willekeurige rapper was gestapt. Geen plekje werd overgeslagen. De benen, de rug, de billen, de buik, de borsten…

‘Moet  je al het koude water in of graaf je een tunnel naar Australië?’

Iets kribbiger klonk mijn vriendin nu. Mij het uit mijn erotische droom halend.

‘Uh, nee. Ik red mij wel.’

‘Dat zie ik!’

‘Ik ga wel even op de rug liggen.’ Balend draaide ik me om, gaf mijn vriendin een zoen en pakte mijn boek. Dit deed ik een tijdje. Ik polste voorzichtig de bui van mijn lief. Zij zat potdorie met haar eigen zonnebril hetzelfde te doen als wat ik deed!

Een paar meter verder op stond een Spaanse Don Juan opzichtig zijn wasbordje te tonen in zijn te krappe Speedo! Wetend dat zijn geoliede lijf zeker wel wat aandacht van wat vrouwen zou trekken. Onder andere die van mij.

‘Moet jij ook het koude water in?’ vroeg ik toch wel wat geagiteerd, doch met een ironische plagerige ondertoon.

‘Nee joh! Je wéét toch dat ik niet op zulke glijerige types val?’ Zei ze met een grijns die anders vertelde.

‘Aha! Dus je keek wel!’

‘Ja! Net een Axe reclame.’

Het ironische ondertoontje was me niet ontgaan. Touche! Zuchtend draaide ik me weer op mijn buik, zette mijn blik op de loer-stand en tuurde zo Pasen en Pinksteren in.

Voor mij hadden de drie Spaanse señorita’s besloten dat ook de voorkant mooi bruin moest worden en lagen daarom op hun rug te zonnebaden. Met hun benen in de lucht en knieën gebogen. Hun voeten gravend in het zand en wijd gespreid.

Holy Moly!

Alles moest bruin! Dus ook de buiten… eh… ook de buitenlippen. Ja, schrik. Ik weet het, maar ik zou niet weten hoe ik het anders moet zeggen. Kennelijk was het hip om alles wat bruin kan, ook bruin wordt. Het was verre van erotisch. Eerder alsof ik midden in een film van Stoute Meiden-tv was beland. Mijn mond viel open. Ik wilde wel wegkijken, maar het lukt voor geen meter. Zes half bruine lippen staarden mij aan. De rest half verscholen achter het trendy rode bikinibroekje. Vanachter deze zwijgzame lippen klonken zes Spaans pratende lippen op een toon alsof wat ze deden, de normaalste zaak van de wereld was. Mijn open geslagen mond met de kaken hangend op het zand, bewees het tegendeel.

Een boze kuch klonk naast mij.

‘Gaat het lekker?’

‘Moet je hun vragen.’ Ondanks mijn verbijstering was ik nog adrem genoeg. ‘We hebben deze dagen geen betaal-tv nodig!’ grapte ik er achteraan en haar tijdschrift plopte wederom op mijn hoedje. Ditmaal dubbel zo hard.

‘Schaam jij je niet?’

‘Ikke? Ik lig hier niet met mijn zaakje half uit de boxershort.’

Touché! Kleine voorsprong voor mij. Twee –een.

‘Nee, maar je doet ook écht je best om niet te kijken!’

Twee –twee.

‘Dat ze dat durven.’ Verbijsterd staarde ze mee. ‘Schamen zij zich niet?’

‘Schaamlippen ze zich niet!’ Grapte ik.

Mijn vriendin proestte het uit en gaf me een plagerige duw.

 

Een dag later arriveerden we weer bij het strand. Ik banjerde al vrolijk het hippe deel op. Mijn vriendin bleef staan en riep mij terug.

‘Wat is er? Ik zie daar nog een plekje.’

‘Ik ken die plekjes van jou! Verstopt achter hippe bikini’s!’

Quasi onschuldig staarde ik terug.

‘Kom!’ ze wees naar een plek op het familiestrand een tiental meters verderop.  ‘Dáár is een betere plek vrij.’

Ik zuchtte een keer balend en sjokte achter haar aan. Luiers vandaag in plaats van mooie billen. Ach ja. Morgen zou haar hoed wel anders staan. Voor mij klonk haar luchtige stem.

‘Zal je leren om naar die señorita’s te kijken. Schaamlip je niet?’ Ze glimlachte en gaf me een ondeugend knipoogje.

Ik snelde naar haar toe en tikte haar liefdevol op haar billen.

‘Vandaag alleen maar oog voor deze mooie zwarte bikini.’

Rode bikini

Bron foto: Google