Brutale kassameisjes hebben de halve supermarkt

Onhandig als ik ben, bezocht ik van de week op een van de drukste momenten de supermarkt. Ik zal geen namen noemen, maar dit winkelketen bevindt zich in de onderste regionen van de prijssector en draagt een donkerblauw met wit logo. Het is, ondanks dat de we economisch in de lift zitten, een van de drukst bezochte supermarkten in ons dorp. Dat kan twee dingen betekenen. Of de mensen zijn financieel minder uit de crisis dan we denken. Of we maken onze naam als Nederlander waar en zijn gewoon super zuinig. Ik val onder beide categorieën.
Onze ‘goedkope’ supermarkt heeft een nadeel. Het personeel. Is het niet vriendelijk? Tonen ze geen interesse? Oh, jawel hoor, dat is het niet. Alleen, het is alsof er altijd een personeelstekort is. Of ze delen hun taken niet goed in. Bij de kassa staat altijd een rij. Ze hebben zo uit mijn hoofd drie kassa-units, maar om de een of andere mysterieuze redenen is er altijd maar eentje open. Er lopen wel vier tot vijf mensen van de supermarkt door het pand, maar die moeten kennelijk wat anders doen, terwijl ze zien dat de file aangroeit bij die ene kassa.
Het mooie van Twentenaren, of misschien het manco is dat het niet in ze zit om hardop te klagen. Je hoort af en toe wel een grom of een zachte opmerking. Je ziet ook aan de gezichten wel dat iedereen zich ergert dat er geen extra kassa opengaat. Maar je hoort ze er niet over. Daardoor denken de medewerkers misschien wel: zolang er niemand klaagt, zal het wel goed zijn.
Nu is het ook niet helemaal eerlijk om op het personeel af te geven. De supermarkt moet immers goedkoop blijven dus wordt waar mogelijk op beknibbeld. Wij consumenten profiteren hier van, dus moeten we ook niet klagen als we in de rij moeten staan om onze laag geprijsde artikelen af te rekenen.
Samen met mijn zoon stond ik geduldig te wachten bij de kassa. We hadden geluk. Er waren twee kassa’s open deze ochtend. De rij bij de andere kassa slonk sneller dan waar ik in stond. Om me heen zag ik wat mensen balen, omdat ze in hun ogen de verkeerde kassa gekozen hadden. Ik had de tijd, dus het maakte mij niet zoveel uit. Uiteindelijk zouden we allemaal onze kofferbakken of fietstassen wel vol pakken.
De ‘snelle’ kassa naast ons vond het welletjes en het meisje zette een rood bord op de band met de tekst:
“Kassa gaat sluiten.”
Er kwam een vrouw aangesneld. Zij zag het bordje. Zij zag onze langer wordende rij en ze besloot een zelfde soort bord voor haar kop te plaatsen. Vlug keek ze of het kassameisje niet oplette en schoof het rode bord naar achteren. Vervolgens gooide ze… niet legde… nee, ze gooide de inhoud van haar karretje op de band. Onze hele rij aanschouwde het en hier en daar hoorde je al een voorzichtige opmerking van: ‘die durft’ en ‘nou, nou’ en ‘wat een Beppie Brutaal zeg.’ Het laatste kwam uit mijn mond.
De vrouw, ergens in de vijftig schat ik zo in aan haar grijze haren, deed alsof ze de verontwaardigde blikken niet zag, maar ze voelde het wel. Haar gezicht liep al net zo rood aan als het bordje. Haar uitdrukking bleef echter op neutraal staan. Arrogant is misschien wel beter gezegd. Tja, brutale mensen hebben de halve wereld zeggen ze we wel eens. Dan ben ik best wel blij dat we in dit deel van het land wat bescheidener zijn. Ook al bevestigde deze vrouw het tegendeel.
Ze was aan de beurt. Het kassameisje, zeker dertig jaar jonger, staarde haar aan en sprak toen de legendarische woorden:
‘Mevrouw, u heeft toch gezien dat de kassa ging sluiten? Wilt u naar de andere kassa gaan?’
Een golf van glimlachen en binnenpret ging er door onze rij. Het meisje had van alles kunnen doen. Ze had volgens supermarkt beleid de drukte bij de andere kassa kunnen inschatten en toch open kunnen blijven. Ze had een uitzondering kunnen maken. Maar nee. Ze voelde de verontwaardiging bij onze kassa feilloos aan en besloot een punt te maken.
De vrouw openende haar mond. Ze wilde met zoete woorden in de verdediging of misschien wel een brutale opmerking maken om toch haar zin te krijgen. Toen zag ze de gezichten in onze rij. Een groepsdruk viel op haar schouders. Een loden boodschappenlast. De vrouw koos eieren voor haar geld en graaide vlug haar boodschappen bij elkaar. Ze besloot het bord voor haar kop weg te halen en geen amok te maken. Lang leve het kassameisje! Met een grote glimlach staarde ze de vrouw na, richting onze rij. Helemaal achteraan.
Het mooie moest nog komen. Het kassameisje bleef zitten. Ze leek oogcontact te maken met enkelen van ons bij de andere kassa. Toen, na een klein minuutje, riep ze opeens:
‘Deze kassa gaat open, u mag ook wel hier komen.’
De mensen met wie ze een stil verbond had gesloten even daarvoor sprongen uit de rij en stonden sneller dan het licht bij haar kassa. De rij werd daar ook al snel langer. Als een groep keken we met ons allen stiekem om. De vrouw stond diep paars verbouwereerd het hele schouwspel te bekijken. Het kassameisje grijnsde van oor tot oor.
Wat zou ze gedacht hebben?
Brutale mensen hebben niet de halve wereld, maar brutale kassameisjes wel.

kassa

Bron afbeelding: weblog.borsato.nl