Onbekende vrienden (Hardloopschoenen)

Het was drukker dan normaal in de hardloopschoenenwinkel. Normaal zit er een man of twee en kun je zo aanschuiven. Nu waren alle bankjes bezet. Zeker een man of zes waren bezig loopschoenen aan het passen.
Ietwat onwennig aanschouwde ik de situatie.
‘Je kunt hier nog wel tussen zitten, hoor.’ Riep een van de verkopers mij toe. Een jongeman die mij me elk jaar helpt.
Zo belandde ik tussen een wat grote gezette man rechts en een wat kleinere vrouw links van me. Beiden druk schoenen passend die ze voorgeschoteld kregen.
‘Heb je hardloopsokken bij je?’
Ik schrok op en schudde nee. Nog geen halve minuut later kreeg ik twee oranje witte sokken in mijn handen gedrukt.
‘Oude schoenen bij je?’
Dat had ik. Ik opende mijn rode touwtjes tas en toverde twee versleten schoenen met droog aangekoekte modder eraan tevoorschijn.
‘Die zijn inderdaad aan vervanging toe,’ lachte de jonge verkoper.
‘Ja, ze hebben goed dienst gedaan,’ melde ik trots terug.
Rechts van mij zag ik de grote man bewonderenswaardig naar mijn oude schoeisels staren. Daarna wurmde hij zijn eigen voeten in blitse stappers.
‘Ik hoef er geen marathon mee, hoor,’ hoorde ik hem zeggen. ‘Vijf kilometer is meer dan genoeg!’
‘Het is druk vandaag.’ Zei ik tegen de verkoper.
‘Ja,’ klonk het links naast me. ‘Het is januari, iedereen is aan de goede voornemens.’
Glimlachend wendde ik mijn hoofd naar de vrouw links naast me. Waarschijnlijk interpreteerde zij mijn blik voor een niet uitgesproken vraag, want ik kreeg direct een antwoord waar ik niet om vroeg.
‘Je hebt gelijk hoor. Ik ook.’ Ze tikte een keer op haar dij. ‘De kerstkilo’s moeten er af.’
De vrouw lachte om haar eigen grap. Ik lachte maar mee.
‘Hoeveel kilometers loop je per week?’
Back to business
‘Twintig tot vijfentwintig kilometer.’
‘Dat ben ik van plan per maand te doen.’ Het was de man rechts naast me.
‘Ik hoop ook ooit zover te komen zonder auto,’ grapte de vrouw links naast me terug.
‘Je moet ergens beginnen, nietwaar?’
‘Bij de voordeur meestal.’ Klonk het rechts.
‘Ik bij mijn vriendin en dan komen we vaak nergens.’ Klonk het links.
Alsof ik een tenniswedstrijd aan het volgen was. De na-feest-daagse sfeer zat er goed in.
Grappig eigenlijk, bedacht ik me. Hoewel het een individuele sport is, zijn hardlopers ook een hechte groep. Van beginner tot ervaren rot. Van langzaam tot super snel, we steunen elkaar, moedigen elkaar aan en op welke plek je ook binnenkomt, iedereen heeft respect voor je. Niet alleen een sport voor de conditie, maar ook van het zelfvertrouwen. Vrienden kunnen zijn zonder elkaar te kennen. Hoe mooi is dat?
De vrouw naast me had haar perfecte schoenen gevonden. Ze glimlachte nog een keer naar me en verdween richting de kassa. De man van rechts stond op de loopband zijn schoenen te testen. Volgens mij waren deze enkele meters hem al te veel. Afijn, het was een moedige start en hij deed het toch maar.
Vlotter dan ik had gedacht vond ik ook mijn schoenen die me naar een toptijd op de halve marathon moesten leiden. Ik stond op en groette de inmiddels uitpuffende en bezweette man rechts van me. Hij ging die vijf kilometer wel halen. Zeker weten.

Buiten stond ik met mijn tas in de hand met daarin mijn nieuwe schoeisels. Ik draaide me een keertje om en tuurde door de ramen. Daarbinnen ging de hardlopers wereld door. Ons kent ons. Onbekende vrienden die je niet lieten vallen.
Hierbuiten was het ieder individu voor zich. Mensen die zoveel mogelijk probeerden niet met een ander in contact te komen.
Ik blies een wolkje koude adem uit, ritste mijn jas hoog dicht en wandelde richting de parkeergarage. Morgen maar eens onbekende vrienden maken op mijn nieuwe schoenen.

IMG-20160116-WA0001