En gelukkig hij… (Torenkamer kwesties)

Vakantie in eigen land. Heerlijk! Wij Nederlanders willen wel eens vergeten hoeveel mooie plekjes ons eigen land heeft. Waar Japanners en Chinezen in groten getale van de andere kant van de wereld naar ons paradijsje toevliegen, willen we zelf het liefst zo snel mogelijk naar een zon gegarandeerd land. En mocht dit onverhoopt niet lukken en zijn we noodgedwongen hier te blijven. Dan klagen we het liefst over het weer. Een traditioneel nationaal beklag die we eigenlijk het hele jaar voeren.
Autistisch en hulpbehoevend als mijn zoon is, durf ik op dit moment niet verder dan ongeveer een uur tot anderhalf uur van huis af te zitten. De vakantielanden worden dan gereduceerd met twee: Duitsland en Nederland.
Een beetje echte autist is gek op natuur. Mijn zoon is daar geen uitzondering op. Zet een paar bomen neer en leg wat zand op de grond en junior heeft urenlang speelplezier. We hadden ons huisje in het bos speciaal er op uitgezocht
Oké, hij het huis in het bos, ik af en toe een stadje. De deal werd gesloten. Hattem. Die stad wilde ik wel eens zien om twee redenen: de middeleeuwse kern en het Anton Piek museum. De laatste moet helaas in de herkansing, aangezien het te druk was en ik mijn kleine prikkelbom zo prikkelvrij mogelijk door het zonnige drukke centrum wilde hebben. Gelukkig was het bij de Dijkpoort mooi rustig. De meeste mensen zochten met het warme weer het terras op en wij een middeleeuwse toren. Daar waar alle vrouwen rechts de bonbon atelier in sprinten, ligt precies daar achter de Dijkpoort. Drie etages vol geschiedenis. Mijn zoon zag dit anders. Die nam een toren waar vol deuren en Luiken.
Gek op traplopen als hij is, liep hij vrolijk klakkend naar boven. Hij had een tasje met een souvenir om zijn pols hangen en die bungelde vrolijk mee omhoog. Eerste verdieping. Deur van de trapgat werd vrolijk voor papa zijn neus dichtgedrukt en meneer ging een tafel vol historische fotoboeken en teksten sorteren. Nog net op tijd kreeg ik de deur open om hem te behoeden voor nog meer opruimwoede. Ergens in een stapel gesorteerde boeken, prijkte er een plastic tasje. Zijn tasje. Vlug griste ik het tussen de berg boeken vandaan en beende snel met junior naar de tweede etage. Een kunstatelier. Mijn zoon heeft een voorliefde voor blond haar en ik moest hem dan van de blonde kunstenares wegslepen met wie hij al klikkend en klakkend avances probeerde te maken. Snel naar de derde verdieping. Uitkijktorentjes met heel veel ramen en luiken. Alsof we in de ballenbak terecht kwamen.
Zoals mijn vader vroeger zo vaak tegen mij zei, moesten de kleppen dicht. Het maakte junior niet uit hoeveel toeristen naar buiten wilden kijken. Zonder pardon en enige waarschuwing gingen ze dicht. Net als de deur naar de trap toe. Als een volleerd sorry-zegger, liep ik achter hem aan de luiken weer open zetten. Enigszins beschaamd, maar zeker ook zeer geamuseerd, pakte ik mijn zoon bij zijn arm en dirigeerde hem vlug naar de trap naar beneden. Ik wilde me nog omdraaien om gedag te zeggen, maar beneden op de tweede hoorde ik al de versiergeluiden. Eenmaal junior langs de vertederde blikken van de blonde kunstenares geloodst te hebben, ging het iets makkelijker.
We stonden buiten. Waar ik niets tot nauwelijks iets gezien had in de toren, had mijn zoon meer dan genoeg bewonderd. Nog eenmaal achter ons waaide de deur van de toren open. Mijn zoon sprintte naar de ingang toe. De deur dreigde helemaal open te vliegen tegen de bakstenen toren aan. Junior rekte zijn arm uit en gelukkig hij… Hattem!

Dijkpoort