Het Schotse koffie incident

Mijn zus was een wereldreizigster. Nou ja, ze reisde naar Groot Brittannië vooral, maar toch. Ze heeft er een aantal jaren gewoond. Ik vond dit zeer moedig van haar. Als jonge vrouw gewoon de boot pakken en op avontuur gaan. Dat ze dit durfde heeft ze ook een beetje te danken aan mijn ouders. Want hoe gaat dat met een jonge vrijgevochten eigenwijze vrouw? Juist! Ouders willen het liever niet en maken dit zeer duidelijk kenbaar, dus je neemt een boot eerder.
Ze ging in Schotland wonen en stagelopen in een hotel. Ideaal voor mij als broertje. Een mooi goedkoop vakantieadresje. Samen met een vriendin van mijn zus, namen we de boot richting de Highlands. Nu was deze vriendin een behoorlijk vrij type. In de zin van hippie-achtig. Knuffelig, vrijsprakig en zich niet zoveel van de omgeving aantrekkend. Toen ik bijvoorbeeld haar ontmoette bij de boot, was haar eerste reactie:
‘Hey! Mop! Hoe is het?’
Gevolgd door een mega-knuffel en zoen. Nu was ik puber én Tukker. Een dodelijke combinatie als het op dit soort openbare situaties aankwam. Tegenwoordig ben ik zelf net zo erg als zij. Alleen ik “mop” niemand. Ben hooguit mopperend
Afijn, ik voelde me wel een beetje opgelaten, maar aan de andere kant. De hele wereld zag dat ik het goed deed bij een studente, dus ook wel weer een kleine zege. Die avond hadden ze op de boot een heuse disco. Mijn motto was: is er een dansvloer, dan minimaal twintig meter of meer hier van wegblijven. Haar motto was: is er een dansvloer, dan minimaal twintig vierkante meter of meer hiervan claimen. Ik had een probleem. Als een volleerde flower power danseres sprong ze naar alle kanten op dansvloer.
‘Kom Michiel, schat! Dansen.’
‘Nee, ik sta hier goed,’ mompelde ik terug. Schuilend achter mijn glas bier en een pilaar.
Mensen begonnen haar aan te staren, daarna mij. Met een gezicht van: ken je haar? Het enige wat ik kon doen was een bluf-gezicht optrekken van: ja, en? Zo dansen we allemaal in Oost-Twente. Hoe gênant het ook destijds op mij over kwam, des te meer respect kreeg ik voor haar lef jaren later.
Schotland is schitterend! Toen de boot eenmaal aangekomen was, gingen we met de bus verder naar het dorp waar mijn zus woonde. We reden van oost naar west dwars door het prachtige land. Wat een woeste ruige natuur. We kwamen aan in het dorp en het was alsof je tweehonderd jaar terug in de tijd ging. Een oord zoals ze nog omschreven worden uit de tijd van Dickens. Wat dat betreft is Schotland echt een aanrader.
Eenmaal bij mijn zus haar kamer aangekomen, ze deelde een huis met andere medewerkers van het hotel, was het tijd om een beetje te integreren met de bevolking. Daar ging het mis. Schotten hebben twee opvallende eigenschappen. De eerste is dat ze behoorlijk goed en veel kunnen drinken. De tweede: dat elke mannelijk Schot wel wat weg heeft van een gemiddelde Ikea kledingkast. Inclusief alle schroefjes. Wat zijn die lui breed zeg! Komt daar bij dat ik meer op een verdwaalde spijker lijk van een zelfde soort kast en je krijgt een aardig beeld van hoe de situatie er uit zag.
Samen met de vriendin gingen we op een avond naar een pub om een beetje te mengen onder de Schotten.
‘Wat zit zo’n café nog vol met Engelsen hè?’ zei ik terwijl we plaats namen.
De hele pub viel stil en staarde mij aan. Nu spreken die Schotten een behoorlijke brabbeltaal, eentje waarvan je wel wat accenten herkend, maar dan is het ook wel. Alsof een Amsterdammer in een Twense kroeg zou zitten. Brabbeltaal of niet, maar een behoorlijk grote kleerkast kwam meteen op mij af. Hij boog vervaarlijk over mij heen en melde me in perfect Engels, dat ik nooit, maar dan ook nooit in een pub vol met Schotten, moest zeggen dat dit Engelsen waren. Tenminste, niet als ik het langer dan vijf minuten wilde volhouden. Nou, neem maar van mij aan dat ik dit advies heel erg ten harte heb genomen. Ik slikte een keer wat angst weg, ben gaan staan en heb op zijn Michiels sorry gezegd. Dit werd gelukkig lachend aangenomen van deze “small lad”.
Het ijs was gebroken. We hadden de tijd van ons leven in deze kroeg. Sterker nog, we mochten meedoen aan de pub-quiz. We hadden ons ingeschreven als de “Dutch dynamite team”. We kregen tien vragen in onverstaanbaar Schots. Eentje konden we verstaan en de overige negen is ons voorgezegd door de andere teams. Ze vonden ons wel “great”. Uiteindelijk wonnen we een glas bier van slechts een liter. Daar begon de volgende ellende.
Mijn zus was inmiddels gearriveerd met wat van haar collega’s. Onder andere twee koks die zo door konden gaan voor eiken met tattoos. Wat een beren! Dit zou later in de nacht nog mijn redding worden. Zelf was ik al mooi teut. Goed als ik tegen bier kan, was ik na die ene liter al behoorlijk lacherig. De avond was nog jong en we gingen met een groep naar de disco.
Daar stond ik dan. Aan de bar met glas nummer drie, of vier, of vijf. Mijn Schots werd steeds beter. Ik had zelfs een beetje sjans met een Schots meisje. Een echte! Met rood haar en al! Maar ja, dit had ik even later ook weer verprutst. Ik kwam van het toilet en meende dit meisje te zien staan. Ik sloop waggelend van achteren naar haar toe en greep haar om haar middel. Was het een ander Schots roodharig meisje, met een hele grote vriend. Mijn date staarde mij twee meter verderop heel boos aan en liep kwaad weg. Een van de koks greep gelukkig in bij het verkeerde meisje en vertelde de hele grote vriend dat ik een toerist was en een beetje dom. Dit voorkwam dat ik niet achter het juiste meisje aanvloog. De kok nam mij lachend mee. “I like you, skinny lad!” en hij drukte mij een glas bier nummer zeven in de hand. Of acht. Negen. Ik wist het niet meer.
De nacht liep ten einde. We liepen de disco uit. Mijn zus zag mij in een zeer diepe discussie met haar collega in het plat Schots en trok daaruit een conclusie: mijn broertje moet sterke koffie. We liepen naar een koffiestand, die hebben ze daar midden in de nacht, op een brug. Wat daar is gebeurd heb ik uit tweede hand, aangezien bij mij het spaarlampje al uit was. Ik stond er wel, maar was niet helemaal meer aanwezig.
Er stonden bij het koffiekraampje meerdere groepen. De hele Ikea catalogus kledingkasten stond er. Het enige wat ik me nog kan herinneren was, dat ik koffie kreeg en deze niet te pruimen was. Ik wist nog vaag dat ik op een brug stond. Daar ontstond het benevelde idee om de koffie recht voor mij uit weg te gooien. In de veronderstelling dat ik het daarmee over de brug kieperde. Helaas stonden er in de baan van de koffie en de reling een stuk of vijf te brede mannen. Eentje had het duidelijk niet kunnen waarderen. Het schijnt dat hij mij zeer woest aangekeken had, terwijl de vies smakende koffie van zijn kale klets afdroop. Het schijnt ook dat ik hierom gegiecheld heb. Niet erg handig. Op het moment dat deze vijf kasten van kerels mij eenzelfde weg wilden bezorgen als mijn koffie, tikte een van de koks de kale woeste man op zijn schouder.
‘Voordat je deze toerist weg kiepert. Ik ben een vriend van de “small boy” en wil wat laten zien.’
De kok, alias beer, liep naar een ouderwetse stenen brievenbus. Een ding van anderhalf meter hoog en een diameter van een meter. Hij pakte deze zonder enige moeite op en verplaatste deze naar het midden van de straat.
‘Zet deze maar terug,’ zei hij tegen de groep van vijf. ‘Lukt dit niet, bedenk dan dat ik dit ook met jullie kan doen.’
Een van de kerels waagde een poging, maar kreeg de brievenbus nog geen centimeter verschoven. De druipende koffieman staarde mij een keer aan. Opeens glimlachte hij en gaf me een schouderklop en knipoog.
‘Je hebt invloedrijke vrienden “skinny lad”. Het is je vergeven.’

Een dag later werd ik wakker met twintig drilboren in mijn kop. Ik lag in een wirwar van mensen op mijn zus haar kamer. Al haar collega’s waren blijven slapen. Van een van de vrouwelijke collega’s kreeg ik het hele avontuur op de brug te horen. Ik prijsde mezelf gelukkig dat ik nog leefde. Een ander reikte mij een aspirientje aan.
‘We are going to remember you, lad’
Ik kon er nog net een glimlach uitpersen.
‘And I Scotland.’

Bridge Ayr

Bron: www.panoramio.com