De dorpsparagnost

Ik heb een tijdje in een heel klein dorp gewoond. Nou ja, tijdje. Tien jaar ongeveer. Het dorpje telt ongeveer duizend inwoners. Mijzelf meegeteld.

Zoals ik tegen het dorpje aankeek, zou je kunnen zeggen dat zij een soort van mini-afspiegeling is van de hedendaagse maatschappij. Onder de duizend inwoners telde het dorpje: twee gezinnen van Turkse en Marokkaanse komaf, een Afrikaans gezin, een homostel, een lesbisch stel en een paragnost. Over de laatste wilde ik het eens hebben.

In het dorpje heerste er een hele serene doch nuchtere rust. Het overgrote deel van de inwoners was toch wel meer van uit de boerenklei en doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Heel het dorpje? Nee, een man vocht moedig terug tegen de nuchtere invasie. Om maar eens een beroemde strip te quoten. Deze man had zichzelf bestempeld als paragnost, ziener en in contact-komer met het hiernamaals. Zijn praktijk was aan de hoofdstraat gevestigd en was goed herkenbaar door allerlei fleurige spirituele tekeningen voor het raam. De beste man was niet zomaar spiritueel, nee hij had er zelfs diploma’s voor. Dus er was ooit iemand geweest die voorzag, dat onze dorpsparagnost een ziener was. Dat had hij dan kennelijk helder gezien. Hoe zou dat examen gegaan zijn?

‘U bent geslaagd dorpsparagnost. ‘

‘Ja, dat zag ik al aankomen.’

‘Ja, dat wist ik dat u dat zag…’

Maar ik dwaal af.

De helderziende die wij hadden, leek geenszins op hoe een helderziende er uit hoort te zien. Nu ben ik zelf best wel geïnteresseerd in het spirituele en ik sta er ook heel erg open voor, maar bij hem ging ik behoorlijk dicht. Wat ik in de jaren aan spirituele mannen heb gezien, waren toch kerels die het aandurfden met hun hart leven, milder van aard en doen en zo zagen ze vaak ook uit. Wat “groener” gekleed zeg maar.

Onze ziener had heel bijzondere gaven. Zo kon je hem al van mijlen ver horen aankomen. God wat kon die man vloeken. Met zijn fietsje en hond, het type is me even ontgaan, kwam ik hem regelmatig tegen op het fietspad. De dorpsparagnost had nogal de vervelende gewoonte om tegelijkertijd met mij de hond uit te laten. Alsof hij het wist! Meestal hoorde ik hem wel aankomen en wachtte ik tot hij voorbij gefietst was.

Nu moet ik er nog wel iets bijzeggen. Onze dorpsparagnost kwam uit het westen des land. Het dorpje was behoorlijk oosters. Zijn westers accent sprong er dan ook met vlag en wimpel bovenuit. Ook omdat hij behoorlijk luidkeels was.

Ik stond met mijn hond te wachten langs de kant van de weg en daar kwam hij aan de andere zijde van de straat. De ziener van middelbare leeftijd. Zijn te lange haren met korte kleine krullen, wapperend in de wind. Zijn fiets piepend en krakend. Zijn vaal blauwe trainingspak flapperend langs zijn ooit witte gympen. Zijn bierbuik half leunend op de tussenstang. Zijn hond als een soort van een-honds-husky sleurend aan zijn fiets.

Kennelijk had hij de komst van de elektrische fiets ook niet voorspeld, hoewel een hond iets goedkoper is in aanschaf, maar tel je daar het voer bij op… ik dwaal weer af. Enfin, daar stond ik en daar kwam hij. Onze fietsende Haagse Harry.

‘gloeiende, gloeiende, gloeiende, gloeiende, gloeiende!’

Zijn hond de tong twintig centimeter kwijlend uit zijn bek en zijn baas ongeveer twee en half centimeter. Ik staarde ze na toen ze rechts uit mijn beeld verdwenen.

Alsof zojuist de trein passeerde.

Voor de zekerheid verzekerde ik me er van dat onze dorpsparagnost echt verder was. Er stond hier ook geen bord:

Pas op! Er kan nog een schreeuwend trainingspak voorbij fietsen!

Niemand meer te zien, ik kon mijn weg vervolgen.

 

Een keer ging het helemaal mis. Ik liep weer eens met mijn hond richting fietspad, kwam bij de weg aan. Links, rechts. Geen lawaai. Mooi, de route leek paragnosten-vrij. Ik stak over en wandelde een beetje met mijn hond langs het fietspad.

‘gloeiende, gloeiende, gloeiende!’

Oh nee!

Ik draaide mij om en daar zag ik het vaalblauwe trainingspak, een T-shirt met daarop “I see dead people”, waarbij het woordje “people” behoorlijk er uitsprong op zijn horeca spoiler. ik kon de tekst van het shirt lezen. Ze waren wel heel erg dichtbij.

Ik hield mijn hond korte en zette mij schrap.

‘Gloeiende, gloeiende, gloeiende!’

Het gehijg van de hond klonk als een defect espresso apparaat. Ik staarde naar mijn hond, maar deze had geen enkele interesse in het hijgend hert of zijn reutelende baas. En toen gebeurde het.

De hond van de dorpsparagnost, trok plotseling naar links en liep zo de sloot in die naast het fietspad loopt.

‘Gloeiende, gloeiende, gloei…’ Plons!

Een hoop lawaai en gerammel. De hond schiet los en zijn baas schoot met zijn hoofd vooruit zo de sloot in. Twee bruin-witte gympen spartelden mijn kant uit. Mijn hond en ik keken elkaar even aan. Net op het moment dat ik de helpende hand wilde toereiken, begon onze dorpsparagnost mij allerlei voorspellingen te doen.

‘Krijg de tyfus, klootzak! Ken je niet uitkijke. Je ziet toch dat ik er an kwam fietse.’

En dan zeggen ze dat Twentenaren de “n” inslikken. Hij ging maar door met schelden. Ik kwam er een keertje tussen dat hij het toch helemaal zelf had gedaan, maar toen liep hij helemaal leeg. Zelfs zijn hond schrok er van. Hij keek me aan met een paar grote ogen alsof hij sorry voor zijn baas wilde zeggen. Goed, ik wachtte rustig af tot onze helderziende luchtballon klaar was met zijn onmacht en liet mij van mijn beste kant zien.

‘Nu kunnen we twee dingen doen. Of je ik laat je daar in de sloot liggen, waar je lekker kunt doormodderen met het geschreeuw. Of je houdt je mond even voor een paar minuten en ik help je er uit.’

Stilte. Heerlijk. Rasta Krullemans leek even te wikken en te wegen daarna mompelde hij wat en stak zijn hand uit. Hij had zijn situatie snel ingeschat en koos eieren voor zijn geld. Met enige moeite trok ik de goed gevulde dorpsparagnost uit de sloot. Volgens zijn shirt zag hij nu vooral modder en gras. Daarna pakte ik zijn fiets en zette deze voor hem neer. Hij mompelde wat. Terwijl ik de leiband van zijn hond pakte vroeg ik wat hij zei.

‘Dankjewel.’

‘Graag gedaan hoor.’

Hij griste vlug de leiband uit mijn hand en sprong op zijn fiets. Ik wilde hem nog naroepen met een bijdehandte opmerking van dat hij die sloot vast niet had zien aankomen. Maar dat leek me zo voorspelbaar.

68_madame_soleil-bis

waarzeggerbol

27 gedachtes over “De dorpsparagnost

    • Bloos! Merci! Hopelijk deze verhalen in een bundel…en dan hopen dat een uitgever het aandurft met me. 🙂
      We hebben allemaal dromen en hopelijk komt deze ooit uit…. maar ik vraag het niet aan de dorpsparagnost. 😛

      Like

  1. Wat een geinig verhaal. Ik woon ook in een dorp en wij hebben een heleboel van die paragnosten, jong, oud, man, vrouw,; you name it, we’ve got it. Maar hier heeft niemand een eigen praktijk, of het moest hun stulpje in het begeleid wonen project zijn ;-).

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie